ipkw_cleantech

In de maakindustrie is een kentering gaande die kan worden geduid als green tech, clean tech, biobased of circulair. Onder invloed van het milieuvraagstuk, de groeiende wereldbevolking en de te voorziene schaarste aan grondstoffen maken energiezuinige en andere innovatieve productiemethoden een opmars die gericht is op eco-effektiviteit, duurzaamheid en kwaliteit. Het gevolg is dat in de maakindustrie niches ontstaan, maar dat ook proven concepts langzaam terugkeren naar Europa.

Deze ontwikkeling vraagt om nieuwe grondstoffen die ook in Europa worden geproduceerd. De productie van natuurvezels als hennep en vlas, maar ook in combinatie met upcycling van ongebruikt textiel en gerecycleerde kleding van denim, katoen, wol en polyester passen goed bij deze ontwikkeling. Deze trend sluit naadloos aan op de Europese agenda met betrekking tot resource efficiency.

Strategie_voor_een_groene samenleving

De Wetenschappelijke Commissie voor de Biobased Economy benadrukt in haar rapport Strategie voor een groene samenleving dat het belang van plantaardige bronnen voor de circulaire economie nauwelijks te overschatten is. Voor de benodigde transitie van fossiel naar biobased zijn echter ‘radicale innovaties’ nodig. Hoofdauteur Vinus Zachariasse, voormalig directeur van het Landbouw Economisch Instituut, vat de portee van het WTC-rapport samen met het volgende citaat:

We moeten van glasvezel naar vlasvezel. Natuurvezels zijn een derde lichter, kunnen worden toegepast in composieten en isolatiemateriaal in de bouw, maar hebben ook andere voordelen.’

» Lees meer

Onder de titel Fiber Campus wil Pantanova samen met ketenpartners in de Green Deal Natuurvezels haar visie op de biobased economy zichtbaar maken met het behalen van maatschappelijk rendement door toepassing van natuurvezels. Oost-Nederland wil zich op deze agenda onderscheiden door het faciliteren van het ontwikkelproces voor de teelt, verwerking en afzet van natuurvezels als industriële grondstof.

Door in Oost-Nederland, om te beginnen de regio Arnhem-Nijmegen, primaire en secundaire verwerking van natuurvezels te centraliseren wordt de kiem voor profijtelijke samenwerking gelegd. De Fiber Campus kan de schaalvergroting van de natuurvezelsector in Oost-Nederland blijvend faciliteren, zodra het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen elkaar regionaal versterken door samenwerking die wordt ingegeven door een gezamenlijk, zo geen collectief maatschappelijk en bedrijfseconomisch belang.

De Fiber Campus maakt  nieuwe verbindingen tussen bestaande kennis mogelijk, onder meer door inschakeling van de WUR, de UT, Saxion, de agrarische onderwijskolom met InHolland, Van Hall Larenstein en HAS Den Bosch Kennistransfer, de ArtEZ, Institute of the Arts, Oicam, Texperium en het Kenniscentrum Papier- en Karton. Samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden vormt een belangrijke succesfactor voor het welslagen van biobased projecten.

Naar_een groene_chemie

Textiel
Oost-Nederland kende tot de jaren 1970 een bloeiende textielindustrie die verloren ging door de concurrentie uit lagelonenlanden en de toenmalige Nederlandse industriepolitiek. Anno 2014 maakt de Nederlandse textielsector een revival door met de productie van technische vezels voor toepassingen in hightech werkkleding en lichtgewicht composieten. Daarnaast is er een toenemende aandacht voor duurzaam geproduceerde textiel.

De productie van textiel in ontwikkelingslanden gaat dikwijls gepaard met arbeidsomstandigheden die in de westerse wereld niet meer geaccepteerd worden. Gemiddeld 30 procent van alle geproduceerde textiel wordt nooit verkocht. Ondertussen is sprake van verspilling van grondstoffen, toenemende waterschaarste en vernietiging van ecosystemen. Een gangbare grondstof als katoen wordt aangemerkt als het meest vervuilend landbouwgewas.

De Nederlandse natuurvezelsector wordt gekenmerkt door een catch 22: de sector groeit niet omdat een structureel aanbod van vezels tegen een concurrerende prijs ontbreekt. Zolang marktpartijen geen garantie op continuing sourcing van hun grondstof wordt geboden – en bij voorkeur regionaal – blijft een grotere vraag die tot productie uitnodigt achterwege.

In Nederland kunnen natuurvezelketens hun potentie daarom thans alleen bereiken via export (vlas en hennep) en import (katoen en vlas). Pantanova wil met haar ketenpartners hierin verandering brengen door te investeren in zowel de natuurvezelproductie, de opwerking en de verwerking van gerecycleerde en natuurvezels in hoogwaardige producten.

» EU-richtlijn Grondstoffen

» Rathenau Instituut: Naar de kern van de bio-economie (2011)

» Kennis- en Innovatieagenda voor de biobased economy (2011) : Naar groene chemie en groene materialen

» Strategie voor een groene samenleving (2013) : Van glasvezel naar vlasvezel

» WRR-rapport Duurzame Risico’s, een blijvend gegeven (1994)

» Wikipedia over Club van Rome: Grenzen aan de Groei (1972)

 

 

Pantanova ♥ Alldayjazz FM, luister mee!