Papier
Als natuurlijke bron van hoogwaardige circulaire grondstof wordt hennep tegenwoordig vooral gebruikt voor de productie van onderdelen voor auto-interieurs, isolatiemateriaal en speciale papiersoorten. Alleen voor de laatste productcategorie biedt de Van Dale verwijzingen. Wie een ander dunbladig boek open slaat, of een blik werpt in de Koran, de Torah of de Bijbel, heeft doorgaans ook henneppapier in handen.
Papier ontleent zijn naam aan papyrus, een moerasplant die voornamelijk langs rivieren in Azië voorkomt. De Babyloniërs, Egyptenaren en Romeinen ontdekten dat zij door de stengels en het blad te vlechten en te pletten materiaal konden maken waarop kon worden geschreven. Het maken van papier op basis van plantaardige vezels is ontdekt in China door de keizerlijke ambtenaar Ts’ai Lun.
Rond 105 na Christus wist Ts’ai Lun uit textielafval en schors van een moerbeiboom het eerste blad papier te fabriceren. Later maakte hij door het nat stampen van boombast, hennep, zijde en oude visnetten van hennep een vezelbrij, die wij nu pulp zouden noemen. Deze massa werd met water verdund en kon zo worden vervilt tot papier. Deze productietechniek werd vanuit China via de Arabieren naar Europa gebracht.
» Lees meer
In Europa werd papier van lompen gemaakt in papiermolens. Omdat katoen op dit continent nog bekend was en kleding vooral van leer, wol, vlas en hennep werden gemaakt, vormde hennep in verschillende gedaanten vrijwel altijd het belangrijkste uitgangsmateriaal voor papier. Tegenwoordig gebruiken fabrikanten bijna geen vodden en lompen meer, omdat veel kleding van kunststof wordt gemaakt.
Zonder hennep zou ook in Europa de boekdrukkunst van Gutenberg heel anders zijn verspreid. In de Verenigde Staten schreven de Founding Fathers de Declaration of Independance op henneppapier. Thomas Jefferson en George Washington verbouwden hennep en raadden iedere boer aan hennep te verbouwen als grondstof voor producten in het leven van alledag.
Grondstoffen die in de 21ste eeuw voor papierproductie worden toegepast zijn natuurvezels van pure katoen, linnen, hennep, kenaf, abaca en houtcellulose van naaldbomen. In 2007 bepaalde de Europese Centrale Bank (ECB) dat lidstaten van de Europese Monetaire Unie (EMU) die bankpapier maken uitsluitend fair trade katoen mogen gebruiken als onderdeel van een specificatiecomplex dat de unformiteit van bankbiljetten in de monetaire unie garandeert.
De eerste papiermolens
In het Zuiden van Nederland werden de eerste papiermolens gebouwd rond 1400. In Zuid-Holland werd de eerste in gebruik genomen in 1585, in de buurt van Dordrecht. Indertijd ontstond een nieuw beroep: de voddenman kocht in de dorpen en steden lompen op en verkocht zijn handel door aan papiermolenaars. Molens in de naaste omgeving werden soms als hennepklopper gebruikt die de bastvezels van de houtige kern scheidden.
De doorontwikkeling van de boekdrukkunst leidde tot een toenemende vraag naar papier waarmee schaarste ontstond. Als gevolg beschouwden de Staten lompen lange tijd als strategische grondstof die niet mocht worden uitgevoerd. Op de Veluwe kwam de papierindustrie pas in de 17e eeuw tot bloei langs snelstromende beken en sprengen en is hier nog altijd operationeel.
De Schoolmeester
Ook in de Zaanstreek nam het aantal molens voor papierproductie snel toe, tot wel zestig. De Schoolmeester is de laatste der Mohicanen. Hier wordt nog altijd Zaansch Bord gemaakt dat afzet vindt bij boekbinders en kunstenaars. Nog altijd is het productieproces van grondstof tot eindproduct van begin tot eind te volgen. Al het papier wordt hier vervaardigd van lompen, textielafval, vlas en hennep. De Schoolmeester wordt aan de gang gehouden als cultureel erfgoed en vormt het laatste proof of concept van ambachtelijke papierproductie in combinatie met toepassing van windenergie in Nederland.
Recyclepapier
Nederland kent een fijnmazige infrastructuur om oud papier in te zamelen en te verwerken. Door hennepvezels toe te voegen aan het pulpproces kan oud papier vaker worden hergebruikt. In Nederland wordt circa 70 procent gerecycleerd. Hergebruik bespaart op water, energie en landbouwgrond. Bomen kunnen langer blijven leven, temeer als herwinbare productieve bronnen voor virgine uitgangsmaterialen worden gekozen, zoals hennep.
Hergebruik van papier maakt niettemin ook de schaduwkanten van het recycleerproces tot een aandachtspunt. Hierbij kunnen zeer giftige stoffen ontstaan, waar onder dioxine. Ook zijn bleekstoffen nodig om de pulp wit te maken. Voorheen werd hiervoor wel chloor gebruikt, maar tegenwoordig gaat de productie er milieuvriendelijker aan toe met onder meer waterstofperoxide.
Papier recycleren is goedkoper dan productie uit virgine natuurvezels. Als gevolg wordt de papiermarkt gedomineerd door gevestigde belangen die op productiebossen zijn gebaseerd. Papierproductie op basis van lokaal te produceren natuurvezel als hennep krijgen daardoor minder kans, ofschoon een hectare hennep circa vier maal zoveel cellulose oplevert als een areaal volgroeid bos. De prijs voor dit type grondstoffen blijft hoog zolang de vraag laag wordt gehouden, ondanks dat de productie van henneppapier milieuvriendelijker is. Ook zijn het vooral de korte hennepvezel die voor papierfabricage het meest geschikt zijn.
Terug naar Achtergrond: »